Een tijd geleden blogde Uriël al over het boek “Jesus is _____.” van Judah Smith. Ik kreeg het van hem als een doorgeefboek en het enige jammere is dat de tijd om het boek door te geven alweer gekomen is. Toch doe ik dat niet voor ik jullie meeneem doorheen 6 nieuwe of minder nieuwe inzichten die het boek mij gaf. Wees gerust, er waren er veel meer en ik moet hard mijn best doen om het bij eentje per hoofdstuk te houden.

Ik val toch wel mee?
Heb je ook soms het gevoel dat het met jou eigenlijk nog wel meevalt? Ik bedoel... je rookt niet, je drinkt niet en gaat elke zondag naar de kerk. Natuurlijk, af en toe roddel je wel een beetje over zaken die je beloofd had niet door te vertellen en hier en daar vertel je wel eens een leugentje om (je eigen) bestwil. Maar come on, we zijn en blijven mensen hé. Die vriendin die van de ene jongen naar de andere fladdert of die kerel die elke maandagochtend met een gigantische kater in de les zit. DAT zijn slechte mensen ja, daar heeft God veel werk mee. Maar ik, ik val toch wel mee?

Connecten
Het probleem is dat we door zo te denken ons boven anderen verheffen. We maken onszelf wijs dat we niet hoeven te connecten met mensen in moeilijkere omstandigheden, ze hebben het tenslotte zelf gezocht: “Ik had toch gezegd dat ze niet naar dat feestje moest gaan, dan was ze nooit zo ver gegaan met die kerel... Eigen schuld dikke bult!”.

Zo lang ik dacht dat het met mij nog wel meeviel keek ik neer op anderen en liep ik weg van het besef hoe hard ik zelf Jezus nodig had. Het was pas toen ik besefte dat ook ik Gods ultieme doel, perfectie, gemist had. Toen ik besefte dat het niet ging over de grootte of hoeveelheid van mijn zonden maar om het missen van Zijn doel dat ik besefte in hetzelfde bootje te zitten met de moordenaars. Dat maakte dat ik met een heel andere bril naar mensen ging kijken.

Een andere bril
Die andere bril liet mij zien dat onze vijand niet de ‘slechte’ mensen zijn. Onze vijand is het slechte zelf. En in die strijd zijn wij als bende zondaars medestrijders van elkaar. Wanneer iemand valt moeten we niet zeggen “ik had je toch gezegd dat je uw schoenen moest strikken, dan was je niet gevallen” maar wel “Shoot, iemand van ons team is gevallen, laten we hem samen helpen terug op te staan”.

“Of we nu ‘goede’ of ‘slechte’ mensen zijn, of we Jezus nu al jaren kennen of voor het eerst over hem nadenken, of we nu voorganger of prostituee zijn – we hebben Jezus allemaal nodig. Aan de tafel zijn we omringd door andere zondaars en luisteren we naar Jezus.
Jezus is de vriend van zondaars, dus Jezus is onze vriend.” (Blz. 32)

{CONNECT} with Jesus – {ROOT} in grace – {RISE} in faith!

Dit artikel is gebaseerd op het hoofdstuk “Jesus is our friend.” uit het boek “Jesus is___.” van Judah Smith. Je kan het HIER bestellen.