Keitjes

Principes voor het omgaan met geld

13.12.2013

Je krijgt je eerste salaris binnen, of je eerste studietoelage. Dan moet je opeens zelf beslissingen nemen wat betreft je geldbesteding. Ga je direct iets kopen wat je graag wilde of ga je sparen? Wil je als student fairtrade producten kopen ook al kost dat meer? Ga je tienden geven of stel je dat uit tot je een vaste baan hebt? Waar baseer je deze keuzes op? Daarom enkele principes voor het omgaan met geld.

1. Alles is van God. In Kronieken 29:14 zegt David “Alles is van u afkomstig, en wat wij u schenken komt uit uw hand.” Gewoon een kwestie van de verhoudingen op orde hebben. Wat wij hebben, komt van God. Wat wij aan de kerk geven komt van God. Wat wij achterhouden komt van God. Alles is van hem afkomstig.

2. Het gaat niet om 10% maar om 100%. Met principe 1 in ons achterhoofd is de vraag niet of je 10% van je inkomen aan God moet geven zodat je met de 90% van je inkomen kunt doen wat je wilt. Hoe wij omgaan met geld en waar we het aan uitgeven, zegt veel over onze prioriteiten in het leven.

Als jongere zit je in een unieke situatie, je komt los van de gewoonten van je ouders en moet je eigen verantwoordelijkheden en gewoontes vormen. Omgaan met geld is hier een deel van. Maak dus bewuste keuzes over je geldbesteding (Lees Luk.16:10-11).
Wil je 10% geven aan de kerk, aan goede doelen, aan zendelingen? Doe dat aan het begin van de maand als je net je zakgeld/ studiebeurs/ salaris hebt gekregen. Doe dat niet aan het eind van de maand met wat je overhoudt (1Kor.16:2).

3. Wees dankbaar en tevreden. Je bent misschien nog student en je moet rondkomen van een bescheiden bedrag per maand, en dat kan een uitdaging zijn. Maar het kan een heel gezonde uitdaging zijn om te leren welke dingen je echt nodig hebt en welke zaken een luxe zijn. Het is makkelijk om te denken, “als ik maar een beetje meer had, dan zou ik heus tevreden zijn.” Maar het is precies die mentaliteit die maakt dat we nooit tevreden zullen zijn. (Lees eens 1Tim.6).

Net zoals we niet ontevreden rond moeten lopen omdat er mensen zijn die meer hebben, hoeven we niet rond te lopen met schuldgevoelens omdat er mensen zijn die minder hebben dan wij. Geniet van wat je hebt. Geniet ook van dingen die geen geld kosten.

4. Wij moeten niet het geld dienen maar geld moet ons dienen. Geld is een middel, geld is geen doel op zichzelf. Het is een menselijke uitvinding die helpt in de overdracht van goederen, maar hoe verder het van de goede zaken zelf af komt te staan, hoe gevaarlijker het wordt. Gebruik je geld dus om belangrijke zaken na te streven, gebruik het om in een vriendschap te investeren bijvoorbeeld.

5. God zegent ons zodat wij een zegen kunnen zijn. Geld lenen kost geld. Dat is het principe dat normaal gesproken geldt. In het koninkrijk van God is het precies andersom: geld geven brengt ons meer rijkdom. Hoe meer je weggeeft, hoe meer je hebt. De belofte aan Abraham was dat God hem zou zegenen en hem daardoor tot een bron van zegen zou maken (Gen.12:2). God geeft ons rijkdom zodat wij dit door kunnen geven aan anderen. Dit werkt zo met heel simpele zaken. Als je een auto hebt, kun je anderen een lift geven. Als je een mooi kot hebt (of een huis) kun je anderen gastvrij ontvangen. Kijk naar de dingen die jij hebt gekregen en bedenk hoe je hiermee anderen tot zegen kunt zijn.

6. Hoe wij omgaan met geld is geen individualistische zaak. Hoe jij je geld besteed en waar je je geld aan besteed heeft invloed op anderen. Een voorbeeld is het kopen van producten waarvan je zeker weet dat er slavernij mee gemoeid is. Onze geldbesteding is daarom geen geïsoleerde morele actie, maar staat in verband met veel meer dan we ons realiseren. We moeten geen geld willen besparen ten koste van anderen (ook al is die ‘ander’ ver van ons bed). Neem dus de moeite om uit te zoeken waar dingen vandaan komen en betaal misschien iets meer voor een beter alternatief.

7. God heeft je geld niet nodig. In Psalm 50 zegt God “Ik klaag je niet aan om je offers, nooit dooft voor mij het offervuur. Maar de stier uit je stal heb ik niet nodig, noch de bokken uit je kooien. Mij behoren de dieren van het woud, de beesten op duizenden bergen, ik ken alle vogels van het gebergte, wat beweegt in het veld is van mij. Had ik honger, ik zou het je niet zeggen, van mij is de wereld en wat daar leeft.” God eet geen offervlees en hij leeft niet van geld, hij heeft ons geld dus niet nodig voor zijn onderhoud. Alles in de hemel en op aarde behoort God toe. We moeten niets aan God geven omdat hij dat nodig heeft, maar omdat wij dat nodig hebben.

Bookmark and Share

script loaded from: /uploads/tx_lumophpinclude/fb_comments.txt

FB like php

Plugin: Auteur info

Info Auteur

Avatar

Janita

Beroep:
Zendeling

Woonplaats:
Cochabamba, Bolivia

Bio: 'Ik honger en worstel een leven lang.'

Lijst Artikels

(copy 1)