O God, I have tasted Thy goodness, and it has both satisfied me and made me thirsty for more. I am painfully conscious for my need of further grace. I am ashamed of my lack of desire.
O God, the Triune God, I want to want Thee; I long to be filled with longing; I thirst to be made more thirsty still. Show me Thy glory, I pray Thee, that so I may know Thee indeed.
Begin in mercy a new work of love within me. Say to my soul, ‘Rise up, my love, my fair one, and come away.’ Then give me grace to rise and follow Thee up from this misty lowland where I have wandered so long.
In Jesus’ Name, Amen.
O God, ik heb uw goedheid gesmaakt en die heeft me zowel verzadigd als dorstig gemaakt naar meer. Ik ben me pijnlijk van bewust van mijn behoefte aan meer genade. Ik schaam mij voor mijn gebrek aan verlangen.
O God, drieënige God, ik wil U bezitten; ik verlang ernaar met verlangen vervuld te worden; ik dorst om nog dorstiger gemaakt te worden. Toon mij uw heerlijkheid, zo bid ik U, opdat ik U werkelijk zal leren kennen.
Begin in genade een nieuw werk van liefde in mij. Zeg tot mijn ziel: ‘Sta op mijn liefste, mijn schone en kom.’ Verleen mij dan de genade op te staan en U te volgen uit dit mistige laagland, waarin ik zo lange tijd heb rondgezworven.
In Jezus’ naam. Amen.
Uit: A.W. Tozer, The Pursuit of God, Christian Publications, 1982.
