'Heer, maak mij een instrument van Uw vrede,' zo begint het gebed van Fransicus. Als ik dit bid denk ik meestal aan een een instrument om een specifieke taak uit te voeren, zoals een chirurg verschillende instrumenten gebruikt voor een operatie. Maar instrument kan natuurlijk ook gelden voor muziekinstrument. Dat als we bidden of we een instrument mogen zijn in de handen van God, we bidden of God muziek wilt maken op ons. Dat maakt van God een muzikant. Of beter, omdat God een muzikant is, kunnen wij muziekinstrumenten zijn.
De gitarist en zijn gitaar
Stel bijvoorbeeld voor dat je een gitaar bent. Voordat de muzikant kan gaan spelen en je kan gebruiken als instrument, moet de gitaar gestemd worden. De muzikant slaat een snaar aan en luistert geconcentreerd naar de toon. Als de toon niet goed is wordt de spanning van de snaar verhoogt. Hoewel het lijkt alsof de snaar al volledig gespannen was en niets meer kan hebben voor het knapt, verhoogt de muzikant de spanning nog meer. Zonder genade draait de muzikant aan de schroef. Hij slaat de snaar opnieuw aan, luistert naar de toon en knikt goedkeurend als de toon zuiver is. Zo gaat hij verder met alle snaren totdat ze samen een harmonie vormen. De muzikant slaat alle snaren tegelijk aan om het resultaat te horen. Meestal glimlacht hij op dat moment, let maar eens op. Dan, als de muzikant begint te spelen buigt hij zich licht over zijn gitaar heen en slaat het eerste akkoord aan. Een muziekstuk volgt...
God is op dezelfde manier met ons bezig. Wij zijn vaak een gitaar met ongestemde snaren. Voor we gebruikt kunnen worden als instrument moeten we gestemd worden, moeten we afgestemd worden op de wil van God. De verschillende aspecten van ons leven worden gestemd en waar nodig voert God de spanning verder op totdat onze toon is zoals hij het wilt. Dan glimlacht God en kan hij beginnen om muziek te maken met ons.
De onervaren gitaar begrijpt de behandeling van de muzikant niet. Hij kan niet wachten om gebruikt te worden maar het resultaat van de eerste aanslagen van de muzikant trekt nog op niets. Muziek kan je het niet noemen. Daar komt nog bij dat door de behandeling van de muzikant de gitaar alleen maar meer onder spanning komt te staan. Hij lijkt erop dat de muzikant wreed met hem omspringt. Wat de onervaren gitaar niet door heeft is dat hij eerst gestemd moet worden voor hij gebruikt kan worden.
De ervaren gitaar weet dat hij gestemd moet worden en luistert mee met de toon die zijn snaar aanslaat. Deze gitaar verdraagt geduldig de opvoering van de spanning. Hij weet dat de muzikant niet wreed is maar het beste geluid uit hem wilt halen.
Een muzikant moet zijn gitaar regelmatig opnieuw stemmen. Hij kan het niet één keer stemmen en dan laten rusten. God blijft ons ook stemmen. Niet alleen tussen de muziekstukken door maar ook tijdens de uitvoering. Hij wil het beste geluid uit ons halen om de mooiste muziek mee te maken. Ieder instrument met zijn eigen geluid. Daarvoor moet hij het ons soms moeilijker maken en lijkt het alsof onze snaren knappen. Maar een echte muzikant kent zijn instrument door en door en weet wat het kan hebben. Hij is niet tevreden tot het geluid zuiver is en de muziek op z’n mooist.
